Zondagavond, 23.19u. Ik lig in bed, lees nog wat in de Happinez. Ik ben moe, het was een druk weekend, ik ga zo slapen. Zoals wel vaker gebeurd had ik weer eens teveel plannen en van mijn voornemen om een beetje Zen dit weekend door te gaan is dus niet veel terecht gekomen, mijn lichaam raast hier in bed nog na.
Dan hoor ik voetstappen op de gang. De deur gaat open en ik kijk haar in haar mooie slaperige ogen. We zeggen allebei niks. Ik til een stukje van de deken op, snel komt ze naar me toe en gaat als een kleine baby met haar buik op die van mij liggen. Ik voel meteen dat mijn lichaam tot rust komt. “Was je wakker geworden?” “Ja.” Zo blijven we een minuut of 5 liggen. Ik aai door haar haren, over haar rug. Dit is de Zen die ik zocht. Het voelt als een geschenk uit de hemel, als een aanmoediging om door te gaan op het pad waarop ik wandel.
Eerder vandaag sprak ik mijn moeder. Ze vertelde me over een gesprek dat ze met een vriendin van haar had over mijn dochter. Die had vorige week op mijn verjaardag heel boos tegen haar opa geschreeuwd: ”Ik wil niet dat jij bepaalt wanneer ik mag fietsen en wanneer niet! Het is mijn fiets!” De meeste aanwezigen schrokken van die ferme taal uit de mond van zo’n meisje. De vriendin van mijn moeder zei: ”Wat ontzettend mooi en knap dat ze zo duidelijk aan weet te geven wat ze wel en niet wil.”
De wereld is zoals wij hem zien. Zie je een gehaast en niet bepaald Zen weekend, of zie je een heerlijk weekend met lekker koken, fijn boodschappen, samen cakejes bakken en nog meer leuke activiteiten? Zie je een brutaal kind of zie je een meisje dat goed voor zichzelf opkomt en haar grenzen aangeeft? Zie je een kind dat niet wakker hoort te worden en in haar bed moet blijven of zie je een heerlijk ontspannen knuffelmoment? Ik leer te kiezen voor dat laatste…